top of page

Vechten met de ringsling...

Even een liefdesverklaring: ik hou van ringslings. Echt. Ze zijn geweldig. Je hebt maar één laag stof in de zomer en ik vind ze ideaal voor korte stukjes of als er veel in-en-uit gedoe is. Maar eerlijk: het was niet meteen liefde op het eerste gezicht.

Wat heb ik intussen bijgeleerd dat het een stuk makkelijker maakt?

1. Zorg dat de stof netjes in de ringen zit

Neem de tijd om ervoor te zorgen dat de stof niet gedraaid zit en dat ook de buitenkant van de stof aan de buitenkant in de ringen zit.

Wanneer je later aanspant, zorgt dit ervoor dat je bijna moeiteloos baan per baan kan aanspannen omdat je precies ziet waar de stof vandaan komt en naartoe gaat in de ringen. Dit kan ook prima als je de stof er doorheen haalt wanneer de ringen op je schouder liggen (mijn voorbeeld was even voor de foto).

2. Neem je tijd om te kijken hoeveel stof je nodig gaat hebben en waar je de ringen wilt

Zoek met je duim waar je heupbot zich ongeveer bevindt terwijl je de doek in je hand houdt. Zo heb je een beetje een indicatie hoeveel stof je moet hebben alvorens je je kindje in de doek zet. Ervaring leert je of je nog wat meer of minder dan dit nodig hebt.

Zet de ringen op een hoogte die je aangenaam vindt. Meestal is dit op corsagehoogte, maar naargelang het soort schouderafwerking, de gevoeligheid van je schouderbladen, de vorm van jouw schouders en je lichaamsbouw kan dit verschillen. Uitproberen wat jij fijn vindt!

3. Trek niet meteen de stof over je kindje heen: laat de beentjes eerst op de doekrand rusten

Even geduld uitoefenen bespaart je in een later stadium heel wat frustratie. Laat de beentjes van je kindje op de doekrand rusten zonder meteen de stof over het ruggetje heen te trekken, want dan kan je ervoor zorgen dat je de ringen weer even op de goede hoogte krijgt en dat de stof niet in je nek snijdt. Til je kindje lichtjes op terwijl je deze aanpassingen doet.

Pas als alles naar wens zit, ga je de stof over het ruggetje van je kind trekken. Vergeet geen extra stof bovenaan als je ook nog een spuugdoekje in de doekrand wilt rollen. Maak een zitje van knieholte tot knieholte (en je kan ook nog van bovenaf wat stof tussen jullie beiden intrekken).

4. Jij bepaalt of je echt op de heup of meer op de buik draagt.

Elk lichaam is anders. Elk kindje is anders. Het moet voor jullie allebei werken. Staar je niet blind op wat voor anderen werkt. Speel wat met positionering. Let wel op de hoogte: te laag en je gaat je rug (en schouder) zwaar overbelasten. In de regel is "kusjeshoogte" een mooie hoogte om aan te houden (dat je dus net een kusje op het voorhoofd kan geven), maar als je een mini bent zoals ik, kan dat net iets hoger uitvallen. Experimenteren!

5. Neem de tijd om zorgvuldig en baan per baan aan te spannen

Zorg dat de stof goed op je schouder zit en ga dan vanaf de ringen, over de rug, langs je kindje de stof naar de ringen bewegen. Trek in drie fasen aan: eerst het gedeelte dat bij de bovenkant van je kindje vandaan komt (wat daar dus de bovenbaan is) en dus het dichtst bij het kindje uit de ringen komt. Trek dus de staart NIET in z'n geheel aan, maar enkel het buitenste randje ervan in de richting van je kindje. Til je kindje lichtjes op tijdens het aantrekken.

Trek dan het middengedeelte aan in de richting van de onderrug van je kindje. Als je de stof mooi door de ringen hebt laten lopen, hoef je echt niet heel veel kracht uit te oefenen.

Trek als laatste de stof aan die de onderbaan vormt en dus het zitje. Je hoeft deze maar weinig aan te trekken omdat je je zitje niet wilt verliezen. Aantrekken in de richting van het kontje. Nogmaals: niet te hard en niet te veel, want dan verlies je je zitje en gaat je kindje scheefzitten.

Neem je tijd, niet stressen: goed voorbereiden maakt de ringsling supermakkelijk in gebruik.

Veel draagplezier!

In de kijker
Recente Posts
Archief
Tags
Er zijn nog geen tags.
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Pinterest Social Icon
  • Twitter Social Icon
bottom of page